Heel bijzonder is hoe het evangelie van Johannes begint.
In het begin was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God. Door het Woord is alles ontstaan en zonder het Woord is niets ontstaan van alles wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Johannes 1:1, 3-4 HTB
Met het woord Woord wordt Jezus bedoeld, zie o.a. Openbaring 19:13.
Jezus sprak hier op aarde de taal die het volk sprak (Joods-Aramees). Met zijn woorden vol scheppingskracht raakte Hij de mensen heel diep. Vele duizenden waren getuige van wonderen o.a de broodvermenigvuldiging en door de vele, vele genezingen en bevrijdingen konden de mensen weten wie Hij was. Hij vertelde dat Hij het brood des levens is en dat Hij uit hemel afgedaald is om de wil van Zijn Vader te doen. Iedereen die in Hem gelooft heeft eeuwig leven. Wie niet gelooft heeft het leven niet. Duidelijke taal. Maar lang niet iedereen wilde Hem meer volgen.
“‘Willen jullie soms ook weggaan?’ vroeg Jezus aan de groep van twaalf. Simon Petrus antwoordde: ‘Naar wie moeten wij toegaan, Here? U spreekt woorden die eeuwig leven geven. Wij geloven en weten dat U de Zoon van God bent.’ Johannes 6:67-69 HTB
Jezus is Het Woord en Hij spreekt nog steeds tegen ons. In duidelijk taal die iedereen kan begrijpen.
Zijn woorden van liefde klinken nog steeds in de bijbel!
Aan jou de keus. Wil je bij Hem horen?